‘Kringlooplandbouw in harmonie met natuur en cultuurlandschap’

Voorzitter Jan Willem Kok van de Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen (ANOG)

artikel kringlooplandbouw in Westerwolde Lougblad

OOST-GRONINGEN – Boeren en natuur elkaars ergste vijanden? Als je de (social) media mag geloven wel. De anti-agrarische sentimenten zijn sterk, uit vele hoeken. Voorzitter Jan Willem Kok van de Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen (ANOG) weet wel beter. Dagelijks ervaart hij hoe landbouw en natuurbeheer en -ontwikkeling hand-in-hand gaan in Westerwolde, Oldambt en de Veenkoloniën. Gezonde landbouw en gezonde natuur kunnen niet zonder elkaar, daarom is oplossingsgerichte harmonie en samenwerking het devies. Natuurlijk is er nog veel te winnen en verbeteren, daarom zijn er volop ontwikkelingen gaande, onder meer in de ontwikkeling van de natuurinclusieve landbouw.

Interview van Ten Have Tekst met voorzitter Jan Willem Kok van Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen (ANOG) over kringlooplandbouw in harmonie met natuur en cultuurlandschap.
ANOG-voorzitter Jan Willem Kok

Zowel reguliere als social media lopen regelmatig over van anti-agrarische sentimenten. Standpunten voor en tegen lijken steeds verder te verharden en ook vanuit politiek Den Haag lijken beleid en stellingnames soms eerder ingegeven door onderbuikgevoelens dan feiten. Het beeld dat leeft bij velen staat ver af van de dagelijkse realiteit op het gebied van landbouw en natuurontwikkeling op het platteland.  

Lichtend voorbeeld van hoe landbouw in harmonie kan leven met natuur en cultuurlandschap is Oost-Groningen. Dit krijgt onder meer vorm in agrarische natuurvereniging ANOG. Onder aanvoering van een bestuur dat naast Kok bestaat uit onder meer de akkerbouwers Henk Smith, Tonny Doornbos, Fokko Buining en Jan Okko Bosker, zet de ANOG zich in voor een duurzaam beheer van gronden, voor een grote biodiversiteit in en boven de grond en goed onderhouden landschapselementen.Er zijn vier werkgroepen actief: in de eerste plaats de werkgroep ANLb, die zorgdraagt voor de goede uitvoer van de kerntaak van de ANOG ‘het dagelijkse agrarische natuur- en landschapsbeheer. Dan is er de Werkgroep Innovatie die innovatieve ontwikkelingen vertaalt naar concrete projectideeën, in de derde plaats Werkgroep Veenkoloniën en bodem die zich bezighoudt met de Agenda voor de Veenkoloniën en onderliggende projecten en tenslotte de Werkgroep Water die zich richt op het groeiende dossier water in relatie met het verbeteren van de diversiteit in flora en fauna. 

De voorzitter is opgeleid als weg- en waterbouwer en biologische landbouwer en werkte onder meer als manager bij het waterschap. Hij woont al veertig jaar in Wessinghuizen. Met hart voor landbouw en natuur vertelt hij gepassioneerd over ‘zijn’ Westerwolde.

Vogelstand

Gele kwikstaart, grauwe kiekendief, patrijs, geelgors en veldleeuwerik. Het zijn vijf van de vogelsoorten die voor de ANOG een graadmeter zijn voor biodiversiteit in Oost-Groningen. “De patrijs kwam hier nog niet zo heel lang geleden veel voor. De stand werd flink minder en dat is voor ons een punt van zorg”, vertelt Kok. “Vogels geven vaak het eerste signaal als er zaken niet goed gaan.” Het waren daarom de vogels – met name akkervogels – die aan de wieg stonden van de ANOG, in de vorm van nestbescherming: “Zo stelden boeren het maaien uit om de veldleeuwerik de kans te geven het broeden te voltooien.” In de loop der tijd groeide de ANOG uit tot een breed georiënteerde vereniging op het vlak van verbetering van natuur- en landschapswaarden in Oost-Groningen. Inmiddels gaat het door de inzet van de ANOG en haar leden weer wat beter met de akkervogels.

Samen Bijvriendelijk

Zo is er veel aandacht voor de insectenstand. Neem de bijenstand die internationaal zorgwekkend is, ook in Oost-Groningen. Zo trok het grote Google al eens bij de ANOG aan de bel voor samenwerking op het gebied van bijenbescherming, onder meer door het stimuleren van de groei en bloei van bloemen en vermindering van insecticidengebruik. De samenwerking resulteerde in het project Samen Bijvriendelijk, waaraan naast Google en de Rabobank ook diverse andere partijen uit de provincie een bijdrage leveren. Er is onder meer een app ‘BijerBij’ ontwikkeld. Wat hebben bijen daaraan? Kok: “Bescherming van insecten is een kwestie van bewustwording, daaraan draagt de app bij. De app stimuleert mensen – zowel particulieren als boeren – om bijvriendelijk  te zijn. De app maakt dit zichtbaar op de kaart van de provincie. Dat stimuleert en wordt ook beloond. Bovendien verbetert de app de communicatie tussen verschillende partijen. Hoe? Denk bijvoorbeeld aan verschillende partijen die betrokken zijn bij openbaar groen. De één legt bijvriendelijke bloemenvelden aan en de ander komt volgende week maaien. Dan schiet je je doel voorbij. In zulke gevallen is betere communicatie heel praktisch en doelgericht.” 

Maatregelen

Maar wat doet de ANOG nou precies aan agrarische natuurbescherming? “Heel concreet beheren wij een subsidiepot met bijna twee miljoen euro waarmee wij onder meer agrariërs schadeloos stellen als zij maatregelen treffen om de natuurontwikkeling te stimuleren”,vertelt Kok. “Wil je de ecologie bevorderen dan moet je het wel bedrijfseconomisch haalbaar maken voor de boeren.”

Eén van de projecten is ‘bloemrijke akkerranden’: boeren zaaien een enkele meters brede rand van hun grond in met een zorgvuldig samengestelde veldbloemenmix voor onder meer akkervogels, bijen en lieveheersbeestjes. De ANOG betaalt een vergoeding per vierkante meter voor gederfde inkomsten. Een tweede manier is een vergoeding voor de teelt van ‘wintervoedsel’, waarbij de boeren een graanmengsel telen dat niet wordt geoogst, maar in de winter op de akker blijft staan als voedsel voor vele diersoorten. In de derde plaats is er het stoppelproject, waarbij de stoppels van graangewassen in de herfst niet meer worden omgeploegd of geëgd, maar de hele winter blijven staan. De stoppels bieden beschutting voor dieren, die zich voeden met gemorst graan. En tenslotte zijn er nog de ‘vogelakkers’, een combinatie van luzerneteelt met stroken natuurbraak ingezaaid met gras, graan en kruiden waarbij er voor de luzerne een speciaal maairegime geldt om de leefomgeving van diverse soorten akkervogels en bijvoorbeeld muizen te versterken. De muizenstand is weer belangrijk voor diverse roofvogels zoals de grauwe kiekendief. 

Kiloknallers en hamsterweken

Met kiloknallers en hamsterweken buitelen grootgrutters buitelen over elkaar heen met de laagste prijzen voor ons eten en drinken. Gevolg is dat de consument de waarde van voedsel niet meer kent. Wie bedenkt dat ook nog de winkels, groothandels en logistieke organisaties een boterham moeten verdienen, kan eenvoudig beredeneren dat boeren steeds meer moeten produceren voor steeds minder geld en dus tegen zo laag mogelijke kosten. En dat terwijl natuurinclusief boeren juist meer kosten met zich meebrengt.

En dan zijn er nog de uit de hand gelopen import- en exportstromen: wij houden immers met elkaar zo van Argentijnse steak. Maar moet je echt vlees de halve wereld over slepen? Of is ons eigen, Nederlands vlees – waarvan er nu heel veel wordt geëxporteerd – misschien ook goed genoeg? Vlees, bijvoorbeeld, van de dieren die grazen in natuurgebied Breedwisch, aan de Ruiten A bij Jipsinghuizen. Drie veehouders die zijn aangesloten bij de ANOG beheren dit ruim honderd hectare grote gebied met grondige knowhow van begrazingsbeheer. Kok: “Gezonde landbouw begint niet bij de boer, dat begint bij jou en mij als consument.”

“Ecologie en economie moeten in balans zijn, dat is essentieel om ecologisch gezonde landbouw te kunnen doorontwikkelen”, gaat Kok verder. “Een voorbeeld: wil je gezonde aardappelen telen met oog voor bodemgezondheid en met gebruik van minder bestrijdingsmiddelen, dan moet de frequentie van aardappelteelt per perceel teruggebracht worden: eens per drie jaar aardappelen naar eens per vijf of zes jaar. Maar dat betekent wel dat er voor de boer economisch haalbare alternatieven moeten zijn voor de overige jaren. Daaraan willen wij met de genoemde maatregelen en projecten een bijdrage leveren.” Onder meer dit krijgt vorm in het ANOG-project ‘Meer kennis, minder gewasbeschermingsmiddelen Oost-Groningen’.

Natuurinclusieve landbouw

In diverse projecten stimuleert ANOG samenwerking tussen partijen om vorm te geven aan natuurinclusieve  kringlooplandbouw in Oost-Groningen. Kern van dit begrip is dat de landbouw wordt bedreven als werken aan en in een levend ecosysteem. Vorig jaar brachten ANOG en Aequator Groene Ruimte in dit kader rapport ‘Natuurinclusieve landbouw Oost Groningen’ uit, in opdracht van de provincie Groningen. In dit rapport is de impact op biodiversiteit, inpasbaarheid in de bedrijfsvoering en een bedrijfseconomische onderbouwing van kansrijke maatregelen in kaart gebracht. Hierbij zijn voor de ANOG rendabele bedrijfsvoering voor de boeren en een goede relatie tussen de agrarische sector en burgers van groot belang.

Op de eigen website noemt de ANOG het ‘opmerkelijk’ dat er relatief veel bekend is over de effecten van de kansrijke maatregelen op de biodiversiteit, maar dat er tegelijk op het vlak van bedrijfseconomie en inpasbaarheid nog veel informatie ontbreekt. Agrariërs uit het Oldambt, de Veenkoloniën en Westerwolde kregen daarom vragen over de mogelijkheden binnen hun bedrijf. En ecologen deden hun zegje over de impact op de biodiversiteit. Op grond van deze informatie maakt Aequator een bedrijfseconomische analyse van de maatregelen die de provincie kan gebruiken voor beleid op het vlak van natuurinclusieve landbouw. 

Zo zet de ANOG zich in voor duurzaam beheer van gronden, grote biodiversiteit in en boven de grond en goed onderhouden landschapselementen. Dit draagt bij aan verdere verduurzaming van de landbouw in Oost-Groningen met versterking van natuur en landschap, de habitat voor vogel- en diersoorten, waterhuishouding en bodemkwaliteit. 

Speak Your Mind

*

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.